Naar aanleiding van een verzoek van het bestuur bekeken we de e-mail correspondentie tussen de ledenadministratie en een collega tandarts voor orthodontie betreffende het gebruik van CBCT in de orthodontische diagnostiek en het al dan niet aanleveren van bepaalde röntgenopnamen bij het indienen van cases voor registratie in het OK register.
Aanleiding is commentaar op het feit dat er geen panorama opname bij een case is meegestuurd maar een reconstructie uit een CBCT opname. Daarbij geeft de collega aan dat hij geen OPT meer maakt omdat de informatie ook in een CBCT opname te zien is.
Over het al dan niet gebruiken voor CBCT in de orthodontische diagnostiek is de laatste jaren veel gepubliceerd. De beste evidence vinden we in systematic reviews en in de daarop gebaseerde richtlijnen.
Op basis hiervan is het vrij eenduidig vast te stellen dat wat betreft de röntgendiagnostiek een panorama opname breed gedragen wordt gezien als gerechtvaardigd voor orthodontische diagnostiek en een cephalogram in veel gevallen.
De CBCT wordt niet als eerste diagnostisch middel gezien. Dit primair vanwege de substantieel hogere stralingsdosis voor de patiënt en secundair vanwege de hogere kosten voor de patiënt.
Een modern panorama apparaat kan voor orthodontie een opname maken met een dosis tussen de 5 en 10 µSievert. CBCT zal gauw het tienvoudige aan dosis geven.
Algemeen wordt aanvaard dat nadat er diagnostiek is bedreven met panorama en cephalogram er redenen kunnen zijn om CBCT in te zetten. Meest voorkomende indicaties daarvoor zijn de geïmpacteerde cuspidaat, boventallige elementen en resorpties. Dit inzoomen op een lokaal specifiek diagnostisch probleem kan met een 4x4cm beeld en heeft die gevallen (bij adequaat gebruik van een adequaat apparaat) een veel lagere dosis (10 tot 20 µSievert) dan de grotere velden die als vervanging voor panorama en cephalogram zouden kunnen dienen. Uit ervaring kan worden aangenomen dat in de orde van 5% van de patiënten baat hebben bij lokale aanvullende CBCT diagnostiek.
De bovenstaande zienswijze is zoals die is weergegeven in de concept richtlijn orthodontische radiologie van de NVVO. De door de collega meegezonden systematic review van De Grauwe et al. 2019 uit het EJO eindigt de samenvatting met de veelzeggende conclusie:
“CBCT is justified only in those cases where conventional radiography fails to provide a correct diagnosis of pathology. Therefore, it cannot be regarded as a standard method of diagnosis. CBCT imaging may also be justified when it positively affects treatment options or provides treatment optimization.”
De deur voor de toekomst staat op een kier voor uitgebreidere toepassing van CBCT. Eerst zal gedegen onderzoek moeten aantonen dat behandelingen (bijvoorbeeld zoals door Suresmile’ gepropageerd) die worden gepland op basis van CBCT groot veld, een betere uitkomst hebben dan die zonder (aangetoond ‘patiënt benefit’). De afweging van het extra stralingsrisico tegen deze dan eventueel bewezen voordelen van een betere behandeling kan dan pas gemaakt worden en zou dan ook nog positief moeten uitvallen.
Concluderend is de Raad van Deskundigen van mening dat de eis tot het meesturen van een panorama-opname voor cases in het kader van de OK registratie vooralsnog terecht en juist is.
CBCT moet prudent worden ingezet en zeker niet als eerste methode van diagnose. Dit is strijdig met de vigerende richtlijnen en inzichten, bij een bezoek van de Inspectie voor Gezondheid en Jeugd zal hier zeker uitgebreid over gevallen worden.
Een cephalogram zou in voorkomende gevallen gemotiveerd achterwege moeten kunnen worden gelaten. Bijvoorbeeld bij eenvoudige esthetische correcties in één kaak.
Wij hopen u met bovenstaande van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groet,
B.E. Becking, tandarts voor orthodontie, MSc EBP
Dr. R.C. Hoogeveen, tandarts voor orthodontie, MSc (Orthodontics)
E.J.S. Timmer, tandarts voor orthodontie